De Amerikaanse vogelkers, van origine een Noord-amerikaanse plant, is ruim honderd jaar geleden als exoot op Texel terecht gekomen bij het aanplanten van dennenbossen in de Texelse duinen. Omdat deze Prunus snel groeit en zijn bladeren al snel een goede humuslaag vormen werd hij samen met de dennen aangeplant omdat het Texelse duinzand, oorspronkelijk afkomstig uit Scandinavië en Rusland, zeer arm is aan kalk, mineralen en andere voedingsstoffen.
Vanuit de opgroeiende dennenbossen heeft de Prunus zich dankzij zijn overdadige bloei en zijn talrijke, door sommige vogels zeer geliefde bessen, via vogelpoep en zaailingen direct in de buurt van de moederboom, snel verspreid in zeewaartse richting. Op sommige plaatsen in het Nationaal park heeft deze woekeraar zich stevig gevestigd en breidt hij nog steeds uit ten koste van andere, deels inheemse planten en bomen. Dit is bepaald geen Texels probleem, overal langs de Nederlandse kust gebeurt hetzelfde in de duinen en dat is voor verschillende instanties hier wat aan te doen of te gaan doen. Met name in het nationaal Park Zuid-Kennemerland is het Provinciaal drinkwaterbedrijf PWN al zo’n jaar of zes met een grote groep vaste vrijwilligers onder professionele leiding bezig op allerlei manieren de Amerikaanse vogelkers, maar ook andere invasieve exoten zoals de rimpelroos en in mindere mate de krentenboom, zowel grootschalig met machines als kleinschalig met de hand, de zaag en spade te verwijderen. Nadat er door SBB en de Stichting Nationaal Park Duinen van Texel in samenspraak positief was gereageerd op ons initiatief van exotenverwijdering, m.n. van de Prunus, hebben wij contact gezocht met PWN Zuid-Kennemerland om te leren van hun langjarige ervaringen met exotenverwijdering voordat wij als IVN-Texel, eventueel in samenwerking met andere natuurverenigingen op Texel en met de zegen van de Stichting Nationaal Park en Staatsbosbeheer (SBB) een werkgroep Exotenverwijdering zouden willen of kunnen starten