De Brem komt van nature voor in zonnige bosranden van Oost-Europa en de zuidelijke Alpen. De bladeren zijn niet veel langer dan 2 cm, 3-tallig samengesteld en gaafrandig. De vlinderbloemen aan het uiteinde van de groene kantige takken zijn ca. 1 cm en geel. Bij droogte kunnen de takken zwart kleuren. De vruchten zijn peulen die zich na het openbarsten oprollen en bruin worden. Deze brem heeft geen doornen in tegenstelling tot de Stekelbrem.
Deze prachtige struiken met een overdaad aan gele vlinderbloemen zijn als jonge plant geliefd bij hazen en konijnen. De struik kan wel tot 2 meter hoog worden. Bij heel strenge vorst kunnen de struiken veel lijden maar in de regel is er zoveel zaad geproduceerd dat herstel een kwestie van een paar jaar is. Mooie exemplaren staan aan het begin van de Randweg vanaf de Californiƫweg.