De Corsikaanse den (Pinus nigra v maritima) is net zo als de Oostenrijkse den (Pinus nigra v nigra) een ondersoort van de Zwarte den (Pinus nigra). Beide dennen hebben een grijszwarte schors en naalden van 8-15 cm. De naalden van de Oostenrijkse den zijn stijf, alle groeiend in dezelfde richting en donkergroen terwijl de naalden van de Corsikaanse den vaak gedraaid zijn, groeiend in verschillende richtingen en heldergroen. In de beginperiode van de bebossing werden deze twee zwarte dennen het meest geplant, op de hogere droge gedeelten de Oostenrijkse den, in de lagere, minder droge gedeelten de Corsikaanse den. Andere varianten van de zwarte den waarmee in het begin werd geƫxperimenteerd, o.a. P. nigra taurica, P. nigra calabria en P. nigra cebennensis, bleken minder geschikt te zijn en komen nu niet meer voor in de Texelse dennen.
De Corsikaanse den komt oorspronkelijk uit Corsica en is minder bestand tegen de wind dan de Oostenrijkse den en groeide dus beter in de lage, minder droge gedeelte van de duinen en op de mientgronden.