De Gelderse roos komt overal in Europa en ook in Noord-Afrika en West-Azie voor. De bladeren zijn handnervig gelobd met 3 tot 5 lobben en lijken een beetje op de bladeren van de Esdoorn. De lobben van de bladeren zijn puntig en getand en behaard aan de onderkant. De vele witte bloemen staan in een grote tros, waarbij de steriele randbloemen veel groter zijn dan de bloemen binnenin de tros, een beetje zoals bij hortensia’s. De vlezige vruchtjes zijn rood, eerst hard en wit.
Langs de Ploeglanderweg staan meerdere exemplaren, ook op andere plekken in het bos is deze mooie struik te vinden. De bessen blijven heel lang aan de struik, maar na flinke vorst gaan de vogels er toch van eten.