De Gewone esdoorn, ook wel Bergesdoorn genoemd, is inheems in Midden- en Zuid-Europa en kan goed tegen zoute zeewind. Het hout laat zich gemakkelijk bewerken en wordt o.a. gebruikt voor keukengerei, meubels en muziekinstrumenten. De grote 5-lobbige bladen staan tegenover elkaar en de 2 gevleugelde nootjes staan haaks op elkaar. De schors is in het begin zilvergrijs tot bruin. Als de boom ouder wordt komen er scheuren in de bast en uiteindelijk ontstaan afbladderende schubben en lijkt dan een beetje op de schors van de plataan, vandaar de Latijnse naam?
De opmars van deze esdoorn met zijn grote lappen van bladeren en de massaal ontkiemende zaden maakt dat sommige gedeelten van het bos in de zomer wel erg somber worden.