De moseik, ook wel Turkse eik genoemd, is inheems in Zuid-Europa en al halverwege de 18e eeuw ingevoerd. Deze eik heeft, net zo als de Amerikaanse eik, minder duurzaam hout dat daarom ook maar weinig wordt gebruikt. Kenmerkend zijn de mosachtige bedjes waarin de eikels zitten en de korte kwastjes aan het eind van de twijgjes in de winter. De ruwe grijsbruine schors heeft vaak diepe groeven met oranje vlekken.
Een fraai exemplaar staat langs het bospad tussen de Monnikenweg en de Randweg. Er staan ook enkele Moseiken aan de Nattevlakweg vanaf de Jan Ayeweg rechts.