De Schietwilg komt in vrijwel heel Europa voor op vochtige gronden tot in het water en is de grootste en meest voorkomende wilg. De twijgen worden veel gebruikt voor vlechtwerk en na regelmatig snoeien spreken we van knotwilgen. De lange smalle bladeren met spitse punt zijn aan de achterkant zilverkleurig behaard. De bekende treurwilgen zijn bastaarden van de Schietwilg en de Chinese treurwilg.
Voor zover bekend was het exemplaar op de foto de enige in de Dennen, iets ten zuiden van de meest zuidwestelijke punt van de Bleekerij. Jammer genoeg is hij recent weggehaald.