Sleedoorn (Prunus spinosa)

De Sleedoorn komt in heel Europa voor in bosranden. De bladeren zijn lang , lancetvormig, aan de rand gezaagd en aan de bovenkant donkergroen. De witte bloemen met 5 witte kroonbladen groeien alleen of met z’n tweeën. De fijn behaarde takken van de sleedoorn hebben zeer veel harde en puntige doorns. De vruchten, sleepruimen genoemd, zijn rond, eerst blauw berijpt en later zwartblauw en blijven lang aan de takken zitten.

Hier en daar aan de bosrand is deze struik te vinden, o.a. aan de Westerslag net na het bos. Pas nadat er vorst geweest is zijn de pruimen enigszins eetbaar, ze werden/worden ook gebruikt om drank van te distilleren.